Ras

Rasstandaard Oudduitse Herder

Algemeen voorkomen:

  • De Oudduitse Herder is een middelgrote, licht gestrekte hond met een alerte, schrandere uitdrukking.
  • Het lichaam is krachtig en goed gespierd
  • De O.D.H. verschilt uiterlijk van de Duitse Herdershond in met name zijn rechte rug en lange vacht.
  • De schofthoogte ligt bij reuen tussen de 60-68 cm en voor teefjes tussen de 55 en 63 cm.
  • Al naar gelang de grootte, bedraagt het gewicht zo’n 35–45 kilo bij de mannetjes en ca. 28–38 kilo bij de dames.
  • De vachtkleur varieert tussen zwart, zwart-bruin, geel-bruin en wolfsgrauw.
  • Ook zijn er O.D.H.’s die meer grijs in hun vacht hebben, dit noemen we ‘zilvergrauw’.
  • We onderscheiden bij de O.D.H. 2 typen:
    – Honden uit de Oost-Duitse lijn, deze komen vooral uit oude werklijnen, hebben een donkere vacht en zijn geblokt van bouw.
    – Honden uit de West-Duitse lijn zijn vaak wat lichter van kleur en meer gestrekt.

Aard en karakter:

  • Oudduitse Herders zijn van nature evenwichtig, zelfverzekerd, spontaan en goedmoedig.
  • Tevens zeer opmerkzaam en handelbaar.
  • Ze beschikken over de nodige moed en doorzettingsvermogen.
  • Dit maakt ze uitermate geschikt voor diverse trainingsdoeleinden.
  • De hond leeft graag met het gezin en zal dit ook als zijn roedel beschouwen.

Kop:

  • Deze is wigvormig en in verhouding tot de rest van het lichaam.
  • De bovenschedel heeft een duidelijke stop zonder abrupt te zijn.
  • Boven- en onderkaak zijn krachtig.

Ogen:

  • Middelgroot, amandelvormig, iets schuin geplaatst en zo donker mogelijk.
  • Lichte ogen geven de hond een ongewenste uitdrukking.

Oren:

  • Altijd rechtopstaand ( behalve in rust en/of beweging ) en van middelmatige grootte.
  • Naar voren gericht en spits uitlopend.
  • Goed gedragen oren geven de hond het zo graag geziene attente uiterlijk.

Neus:

  • Altijd zwart.

Gebit:

  • Volledig gebit (42 elementen).
  • Bestaande uit: 12 snijtanden, 4 hoektanden, 16 premolaren en 10 molaren.
  • De beet is scharend, d.w.z. dat de ondersnijtanden net de achterkant van de bovensnijtanden raken.
  • De onderhoektanden gaan voor de bovenhoektanden langs en de boven- en onderkiezen raken elkaar afwisselend.
  • De tanden zijn diep in het krachtig ontwikkelde kaakbeen ingeworteld.
  • Tanggebit, onder- en bovenbijten alsmede een recht vlak van de snijtanden is foutief.

Hals:

  • Krachtig en goed bespierd zonder losse keelhuid.

Lichaam:

  • Krachtig en goed bespierd.
  • Rechte rug.
  • De bovenbelijning loopt van de halsaanzet over de goed ontwikkelde schoft tot aan de licht afvallende croupe.
  • Deze gaat zonder onderbreking over in de staartaanzet.
  • De staart wordt in een licht afhangende boog gedragen m.u.v. opwinding en reikt minstens tot aan het spronggewricht echter niet over de achtervoet.
  • De ribben zijn matig gewelfd.
  • Een diepe borst is zeer gewenst.

Achterhand:

  • Krachtig en gespierde dijen waarbij de achtermiddenvoet loodrecht onder het spronggewricht staat.
  • Voeten en tenen gesloten, licht gewelfd met donkere teennagels.

Voorhand:

  • Recht en absoluut parallel
  • De ellebogen mogen noch uitgedraaid noch naar binnen zijn gedrukt.
  • Ten opzichte van de onderarm bedraagt de hoeking van de voormiddenvoet ongeveer
    20-22 %.
  • Fouten en of afwijkingen beïnvloeden de gebruiksgeschiktheid van de hond.
  • Voeten, tenen en nagels als bij de achterhand.

Beharing:

  • Lang stokhaar met onderwol.
  • Vol behaarde broek en zeer volle staart.
  • Het dekhaar bovenop de rug is lang met pluimen aan de oren en benen.
  • In de hals sterker behaard en bijna manen vormend.

Kleuren:

  • Zie algemeen voorkomen
  • Alle kleuren en schakeringen zijn toegestaan met uitzondering van wit.

Gangwerk en beweging:

  • De O.D.H. is een draver.
  • Het dier krijgt dan ook de juiste bespiering door vooral rechtlijnige bewegingen te maken zoals wandelen, zwemmen en fietsen ( vanaf de leeftijd van 1 jaar en voorzichtig opgebouwd ).
  • De ledematen moeten in lengte, hoekingen en bouw correct op elkaar zijn afgestemd.
  • Het gangwerk is ruim uitgrijpend.
  • Een volwassen O.D.H. heeft veel beweging nodig, twee uur per dag is een minimale vereiste.
  • Minstens zo belangrijk als fysieke inspanning is de geestelijke inspanning voor een hond.
  • Train behalve de fysiek van een hond, ook het denkvermogen!
  • N.B. Het veelvuldig gooien van een bal bij jonge dieren veroorzaakt ‘losse ellebogen’ en een koehakkige stand van de achterpoten vanwege de abrupte stop.
  • Eveneens is traplopen, met name af, zeer ongewenst voor de hond.

Fouten:

  • Afwijkingen van de voorgenoemde raspunten.
  • Zenuwzwakke, bijtgrage honden.
  • Heupdysplasie.
  • Elleboogdysplasie
  • Tandgebreken.
  • Langstokhaar zonder onderwol.
  • Albino’s.